SYRIE

week 1

week 2

Damascus, de oudste bewoonde stad ter wereld, ooit de Parel van de Oriënt. Het is 9.30 uur en we zitten uitgerust te ontbijten in de binnentuin van het hotel. Het is een zwoele ochtend, de zwarte duifjes koeren en 4 jonge poesjes spelen er tikkertje. De zieke moederpoes jammert een beetje in een hoekje. Buiten deze tuin horen we de drukte van de stad, toeterende auto’s, schreeuwende handel, kortom zeer veel bedrijvigheid zoals dat hoort bij zulke grote drukke steden. Hier ruikt het nog aardig fris in deze binnentuin, maar straks zullen we ons toch moeten overgeven aan alle uitlaatgassen die horen bij het stadse gebeuren. Vaak is het even slikken om je aan een nieuwe stad over te geven, maar het valt ons reuze mee, de drukte hier ligt ook tussen Cairo en Casablanca in.

Het is vandaag zondag dus we weten nog niet hoe het morgen zal zijn. We bezoeken het Azem Paleis, een mooi paleis, er is veel schaduw in de rustige tuin, een goede start voor deze reis. De spuitende fonteinen maken het sprookje compleet. We drinken Nescafé en raken in gesprek met een Palestijns stel, we kletsen wat en als zij vertrekken betalen ze onze koffie, we voelen ons daarover opgelaten, maar het is niet anders. We vervolgen onze tocht en zoeken een internetcafé. We vragen dit aan een man op straat en deze man zegt dat hij wel even met ons meegaat. Hij houdt een taxi aan en samen brengen ze ons naar het internetcafé. We mogen niet voor de taxi betalen en we kletsen nog wat, ook deze mannen zijn Palestijnen. Ze komen uit de Golan en werken hier. We internetten met het thuisfront en wandelen al fotograferend door de stad. Het voelt allemaal heel relaxed en veilig. Het is kil deze ochtend, na de hitte van gisteren is dat wel prettig.

De Umayyad Moskee gaan we bezoeken, voor we naar binnen mogen moet ik eerst een lange bruine jurk aan en iets op mijn hoofd. Tja, dat zijn zo van die dingen die bij dit geloof horen. In Nederland bij de SGP lopen vrouwen ook in lange soepjurken, alleen gaat het er in die kerken minder ontspannen aan toe. Hier in de moskee spelen de kinderen, slapen er overal mensen, zitten er mensen te lezen of te schilderen. Er heerst een ontspannen sfeer op een dergelijke ochtend. De mooie tapijten in de moskee zijn heerlijk zacht aan je voeten. We mogen alles fotograferen, ook met statief en ook mensen, zoals de mannen die live zingen voor de oproep tot gebed vanaf de minaret. Daar hoef je zelfs in de meeste kerken ook niet mee aan te komen, dan word je er onmiddellijk uitgezet. Niemand stoort zich aan iemand, een ieder heeft zo zijn eigen beleving hier. Er is een vrouw die mij op de schouder tikt en vraagt of ze ook op de foto mag, zomaar. We kunnen nauwelijks geloven dat we hier in Syrië zijn. Na het bezoek aan de moskee wandelen we door een wijk waar mensen met allerlei geloven wonen. Grieks Orthodox, Armeens, Grieks Katholiek, Maronieten, Syrisch Orthodox. Hier zitten veel geloven door elkaar.

We worden aangesproken door een wat oudere Syrische man, hij vraagt hoe wij het hier vinden. Als we zeggen dat we de mensen toch behoorlijk ontspannen vinden, zegt hij dat het ook komt door die 15% andere geloven. Die zorgen voor een bepaalde stabiliteit, samen met die dictatuur natuurlijk. Een dictatuur is natuurlijk vreselijk voor de mensen die er wonen, maar een dictatuur zomaar loslaten is zeer gevaarlijk dat hebben we in Irak en voormalig Joegoslavië wel gezien, dan breekt de hel los. Dat hebben we over dit land wel gelezen en dat is voor al die geloven hier niet te hopen. Maar wat dan, hoe krijg je het dan in een dergelijk land voor elkaar. Een weg naar democratie moet heel geleidelijk verlopen en van binnenuit, maar dat gebeurt meestal niet. Het is wel zo dat je als toerist in een dictatuur meestal wel veilig kunt reizen. Of we nog met Syrische mensen over politiek kunnen praten, weten we nog niet, volgens de reisboeken gaat dat niet lukken.

We willen met de bus naar Palmyra. Met veel bravoure stappen we op de chaos bij het busstation af. Iedereen moet met de bagage door de scan en wij mogen gewoon doorlopen en worden welkom geheten in Syrië. De gidsen duiken als vliegen op ons af, maar we kunnen ze aardig afschudden en kiezen zomaar één van de ongeveer twintig ticketbureaus uit. Alles staat er in het Arabisch en bij de balie van één van die bureaus vragen we om twee tickets naar Palmyra alsof we hier al jaren komen. De mevrouw achter de balie noemt een prijs en binnen een paar tellen hebben we tickets voor de bus, we moeten de witte bus hebben, maar daar zijn er nogal wat van. We kijken eerst maar eens wat rond, we hebben nog drie kwartier de tijd om de juiste bus te vinden. Terwijl onze ogen speuren naar de juiste bus worden we door een Engels sprekende man aangesproken. Hij is een Amerikaan en reist hier ook wat rond, we denken beide: “heftig hoor, een Amerikaan in Syrië”, maar het blijft gewoon ontspannen.

Een vierde man luistert naar onze conversatie en spreekt ons na een tijdje ook aan. Hij is een Syrische ingenieur en hij mengt zich in ons gesprek. Het is meteen heel gezellig, hij moet ook met de bus naar Palmyra om door te reizen naar het noorden. Hij werkt in Libanon en reist iedere zes weken naar huis. Deze contacten zijn erg handig, zo vinden we snel onze goede bus. Dwars door de desolate steenwoestijn reizen we naar Palmyra.

Midden in de woestijn, tussen Damascus en Palmyra en verderop Bagdad staat Bagdad café. Je kunt daar thee of koffie krijgen en je eigen broodje opeten. Het is echt in the middle of nowhere, dus ze moeten overal zelf voor zorgen, achter het gebouw staat een aggregaat voor de elektriciteit. Bagdad café, die naam is ooit ontstaan door de film Out of Rosenheim met Bagdad Café uit 1987 van Percy Adlon. En sindsdien zijn overal in de wereld cafés met die naam uit het zand gekropen. Dus ook hier in dit landschap tussen Damascus en Palmyra. Heel apart!

Na aankomst in Palmyra regelen we een hotel en duiken de hete woestijn in. Met Gustav, de Amerikaan, drinken we eerst een koel biertje, eten een broodje en gaan daarna de site bezoeken met het mooie avondlicht dat het landschap roze kleurt. We worden overweldigd door de grootte van de site en omdat het avond is, zijn er geen toeristen en is het heerlijk rustig. We maken nog wat foto’s vanwege dat mooie licht en de prachtige wolken en taaien dan af naar het hotel.

Terug in Damascus :Het Nationaal Museum van Damascus. Er is veel te zien, binnen en buiten. We zijn er , zoals zo vaak, verbaasd over dat er al zolang geleden zoveel moois werd gemaakt. De ontwerpen verschillen niet zoveel van die van nu of waarschijnlijk zijn veel ontwerpers van nu geïnspireerd geraakt door al deze stijlen. Van knullige modellen tot strak design, het bestaat eigenlijk al heel lang. Uren dwalen we rond en het is hier heerlijk rustig. Syrië heeft veel te bieden aan geschiedenis en cultuur, fantastisch. We komen hier zeker terug om nog veel meer van dit land te zien en de sfeer bevalt ons prima. De vriendelijkheid, de humor en toch ook wel de rust die je hier kunt vinden.

Vaak maken we s’ochtends een plan en gaan op pad. Het kan dan zomaar zijn dat ons plan tijdens de wandeling wijzigt, omdat we ons laten leiden door wat er om ons heen gebeurd en door het fotograferen dwalen we soms af van de geplande route en van de gebaande paden. Dit was een dergelijke dag. Door onze fotografie komen we in allerlei steegjes terecht en door dat fotograferen ontmoeten we allemaal handelaren die het zeer op prijs stellen dat wij hun handel vast leggen. Zo zijn we ook in het bezit van zaad van het kruid targoen gekomen. We gaan het thuis uitproberen.

We dwalen verder en komen uiteindelijk weer uit in de Souk, nu in de buurt van de Sayyida Ruqayya Moskee. Dit is een bijzondere moskee, gebouwd door Iraniërs rondom een tombe van een vierjarig meisje. Het is een bedevaartsoord en het wordt zeer druk bezocht door veel gelovigen uit Iran. We lopen naar de ingang en mogen echt naar binnen, we kunnen het zelf eerst nog niet geloven, ik moet me wel weer in een jurk hijsen, dit keer een zwarte en dan staan we opeens op de binnenplaats. We moeten door gescheiden deuren naar binnen, mannen links en vrouwen rechts en verderop waar de tombe is moeten we weer in gescheiden ruimtes. In het deel van de vrouwen is het één en al glitter. Alles, echt alles is voorzien van versiering en heel veel spiegeltjes en kristallen lampen en daartussen lopen al die vrouwen inclusief ikzelf in het zwart. Het is een mooi contrast. Er wordt gebeden, gehuild en veel gefotografeerd, dat laatste niet alleen door ons. De tombe wordt gekust en opgepoetst met eigen kleding. Voor ons is het heel bijzonder om hier te mogen rondlopen. We gaan weer op de binnenplaats zitten om het te aanschouwen en daar worden we aangesproken door een jong stel uit Iran. Zij zijn net zo nieuwsgierig naar ons als wij naar hen. Han heeft binnen nog een boekje met uitleg gekregen in het Engels. Terwijl wij daar zo zitten strijkt er een grote groep vrouwen uit Iran neer, ze moeten allemaal op een rij gaan zitten en daarvoor komt een rij mannen te zitten. Dan komt de imam en hij begint te preken.

Ondertussen krijg ik spontaan oogcontact met één van de zwaar gesluierde vrouwen in de rij. Eigenlijk moet ze heel serieus luisteren naar de imam, maar ze heeft nu een zwaaiend onderonsje met mij als twee ondeugende meisje onder elkaar. Het is heel apart en wat emotioneel. Er sluiten zich nog twee vrouwen bij ons zwaaiclubje aan en zo heb ik een heel merkwaardig contact met een aantal vrouwen uit een zo andere wereld en toch zijn we gewoon vrouwen onder elkaar. Het voelt een beetje zoals dat met die vrouwen in de Hamam in Zuid Marokko, waar ik als enige witte dunne, bloot tussen al die gevulde blote zwarte vrouwen zat en ook een heel intiem contact kreeg, een zo “wij vrouwen onder elkaar” gevoel. We blijven nog lang zitten op dat binnenplein en als we dan eindelijk vertrekken en ik aan de zijkant langs de rij loop, gaan de spleten van de gezichtssluiers opnieuw open en zwaaien en lachen de vrouwen weer naar mij en ik zwaai terug en het geeft een heel warm gevoel. We gaan onze schoenen zoeken en mijn jurk inleveren. Een zeer indrukwekkend uitje!

Zo is er dus een halve dag verstreken die door toeval is geleid. De Karavanserai of Kaan zoals ze die hier noemen en waar we eigenlijk voor op pad gingen, ligt achter de Omayyad moskee en die vinden we nog net op tijd. Eigenlijk is hij al gesloten, maar we mogen er nog in. En als extra cadeau van de dag is hier een grote fototentoonstelling, super, dit wisten we niet en kan er nog wel bij vandaag. Het is een prachtige tentoonstelling. We mogen de tijd nemen en krijgen nog een mooi boek cadeau, daarna drinken we wat en duiken de souk weer in op weg naar het hotel. Met een voldaan gevoel strekken we onze benen op onze bedden. Dit is het afscheid van Damascus, een heel mooi afscheid. Deze tijd in Syrië heeft ons veel opgeleverd. We vliegen vannacht naar huis en zullen terugkijken op een ander Syrië dan we ons hadden voorgesteld. We hebben weer eens in de keuken gekeken van een wereld waar zoveel en zo negatief over wordt gesproken en geschreven en waar zoveel mensen toch ook nog zo weinig zelf van hebben gezien. Ook voor ons is er natuurlijk veel verborgen gebleven. Wij hebben ervan genoten, maar we hebben natuurlijk nog maar een heel klein stukje Syrië gezien en geproefd. We hopen dat we hier zeker nog een keer terug zullen komen en dan langer rond kunnen reizen. Inshallah!